De Relay Switch module is een z-wave module die ontworpen is om in een contactdoos of in een electrisch apparaat geplaatst te worden waar z-wave functionaliteit gewenst is.

De Relay Switch module heeft een spanning nodig van 110V – 230V wisselspanning of 24V – 60V gelijkspanning.

Het grootste verschil tussen de Double Relay Switch (2×1,5KW) en de Relay Switch (1×2,5KW) is het belastbare wattage van de module.

Dit kan elk voltage zijn tot 230V wisselspanning.

Ja, in het geval dat er met gelijkspanning omgegaan moet woden moet de ‘+’ draad verbonden worden met het ‘L’ punt op de module, de ‘-‘ draad moet verbonden worden met het ‘N’ punt op de module.

Nee, de Relay Switch MOET verbonden worden met een ‘nul’ draad. Om verlichting te bedienen waar geen ‘nul’ draad aanwezig is verwijzen wij u naar de Dimmer 2 module.

Ja, het relais is vanuit de fabrieksinstellingen vrij van voltage.

Met groepen is het mogelijk om koppelingen met andere apparaten in te stellen. GROUP1 is gekoppeld aan S1, GROUP2 aan S2 en GROUP3 wordt gebruikt om de status van de module door te geven aan de z-wave controller.

Deze contactpunten dienen te worden verbonden met de schakelaar. S1 controleert de output van O1, S2 van de output O2 en Sx is nodig om de schakelaar van spanning te voorzien. Sx outputs dienen van hetzelfde voltage voorzien te worden als het voltage voor de module (meestal 110V – 230V wisselspanning).

Het minimum voltage wat verbonden kan worden aan ‘S1’ en ‘S2’ is 24V gelijkspanning. Hou er rekening mee dat het voltage wat verbonden is met de ‘S1’ en ‘S2’ input hetzelfde moet zijn als het voltage wat verbonden is met de ‘L’ input.

1. De Relay Switch module is aan een andere z-wave controller toegevoegd.

• U dient de module te resetten en opnieuw aan te melden bij de juiste z-wave controller.

2. De Relay Switch module is te ver verwijderd van de z-wave controller.

• Tijdens het toevoegen van de sensor aan uw z-wave netwerk moet de Relay Switch binnen het bereik van de z-wave controller zijn.

3. De Relay Switch module krijgt geen spanning.

• De module dient te worden voorzien van een spanning van 110V – 230V. Meet de kabels door met een spanningsmeter of met een multimeter.

4. De Relay Switch module heeft een andere z-wave frequentie (EU, USA of ANZ) als de z-wave controller.

• De module werkt alleen wanneer de z-wave controller op dezelfde frequentie draait. Indien dit niet het geval is neemt u dan contact op met uw dealer.

5. De Relay Switch module is defect.

• Neem contact op met uw plaatselijke dealer om de garantie procedure op te starten voor de Relay Switch module.

1. De Relay Switch module heeft geen spanning.

• De module dient te worden voorzien van een spanning van 110V – 230V. Meet de kabels door met een spanningsmeter of met een multimeter.

2. De Relay Switch module is gereset.

• Na een reset worden de fabrieksinstellingen terug in de Relay Switch module geladen. U dient de module opnieuw aan te melden bij uw z-wave controller.

3. De Relay Switch module is te ver verwijderd van de z-wave controller.

• Tijdens het toevoegen van de sensor aan uw z-wave netwerk moet de Relay Switch module binnen het bereik van de z-wave controller zijn.

4. De Relay Switch module is defect.

• Neem contact op met uw plaatselijke dealer om de garantie procedure op te starten voor de Relay Switch module.

1. De Relay Switch kan niet meer dan vijf apparaten koppelen in één groep.

• Er kunnen maximaal vijf z-wave apparaten gekoppeld worden met één groep.

1. De Relay Switch module is gereset.

• Na een reset worden de fabrieksinstellingen terug in de Relay Switch geladen. U dient de module opnieuw aan te melden bij uw z-wave controller.

2. De Relay Switch module krijgt geen spanning.

• De module dient te worden voorzien van een spanning van 110V – 230V. Meet de kabels door met een spanningsmeter of met een multimeter.

3. De Relay Switch module is te ver verwijderd van de z-wave controller.

• Tijdens het toevoegen van de sensor aan uw z-wave netwerk moet de Relay Switch module binnen het bereik van de z-wave controller zijn.

1. Controleer de instellingen van de derde gekoppelde groep. Zorg ervoor dat deze niet leeg is.

• Voeg de z-wave controller toe aan deze groep. (indien de controller er al bij staat, verwijder hem dan en voeg hem opnieuw toe)